Over deze blog

In deze blog werken we aan het ontwerpen van lessen voor het basisonderwijs rondom het thema 'Lente'. Onze ideeën en associaties bij het thema hebben we in een mindmap weergegeven. Onder de labels 'Beeldende vorming', 'Muziek' en 'Drama' zal na voltooiing van deze blog een les van deze vakken te vinden zijn die bij het thema past.

dinsdag 17 april 2012

2D-les

Doelgroep: groep 6

Beeldende probleemstelling
De kinderen krijgen de opdracht om een jong dier te tekenen, waarbij ze met inkt de omlijning van de vlakken moeten maken, die ze daarna met kleurpotlood inkleuren. De uitdaging/probleemstelling bij deze opdracht is het weergeven van de vacht/huid van het dier.

Betekenis
De opdracht gaat over jonge dieren en het weergeven van de textuur van dierenvachten in 2D. De kinderen worden zich bewuster van de vorm van dieren en welke vacht dieren hebben. Het tekenen van jonge dieren, zoals lammetjes en vogeltjes, past binnen het thema lente.

Activiteiten
- Eerst gaan de kinderen klassikaal lentedieren observeren.
- Daarna schetsen de kinderen een dier uit de lente met potlood.
- Vervolgens gaan ze met inkt en kroontjespen de omlijning van het dier tekenen. Ze tekenen hierbij ook de patronen van vacht (veren, haren, wol).
- Ten slotte kleuren ze met kleurpotlood het dier verder in.

Vorm

Het beeldaspect waaraan specifiek aandacht wordt besteed is vorm. De nuance die hierbij aan de orde komt is welke vormen gebruikt kunnen worden, wanneer je een dierenvacht wilt tekenen. Het beeldend doel is dat de kinderen leren vormen en patronen in dierenhuiden te herkennen en deze weer te geven met inkt en kleurpotlood

Materiaal
Papier, grijs potlood, een kroontjespen met inkt en kleurpotlood. Op papier schetsen de kinderen met kleurpotlood de vormen van het dier. Daarna trekken ze met kroontjespen en inkt de omlijning over en kleuren ze dit met kleurpotlood in. Het technisch doel van de les is om te leren gaan met inkt en kroontjespen.

Beschouwen
Foto’s van lentedieren, waarop de vacht/huid van deze dieren goed te zien is. Hierdoor krijgen ze een goed beeld van de huid/vacht van het dier wat ze na willen tekenen.

Vragen bij foto's:
Welk dieren zie je?
Hoe ziet de huid van dit dier eruit?
Is de huid zacht/hard/stug?
Welke vormen zijn in de vacht te zien?



Kunstwerk De stier, van Paulus Potterlaten zien.

Vragen bij kunstwerk:Hoe heeft de kunstenaar de vacht van de koe weergegeven? (Wijs de kinderen op rimpels in de nek, haarlokken op de kop, haarkruinen in de nek)
Hoe zou je dit met inkt weer kunnen geven? (bijv. met streepjes in haarrichting)




Werkwijze
- Schetsen met HB-potlood

- Tekenen met inkt en kroontjespen
- Inkleuren met kleurpotlood
Demonstreren:
- Schetsen: dun, alleen omlijning
- Inkt: potje langzaam open maken, inktpen erin dopen, niet te dikke klodder, enz

Onderzoek
De kinderen onderzoeken hoe ze de huid/vacht van hun dier het beste kunnen tekenen. Ze oefenen hiermee tijdens het schetsen met potlood: ze experimenteren welke vormen het patroon van de huid het best weergeeft.




LESFASEN
Groep:
6
Organisatie
Wat moet er van tevoren worden klaargezet?
Welke organisatievorm hanteer je m.b.t. de groepering van de kdn?
Wanneer laat je welk beschouwingsmateriaal zien?
Hoe komen de kids aan hun materiaal en gereedschap?
Bij de hand:
- Voor het beschouwen: Powerpoint met plaatjes van lentedieren en plaatje van De stier (Paulus Potter).
- Papier
- In een doos/bak: inktpotjes en kroontjespennen
- evt. bekers met kleurpotloden.

De kinderen zitten in groepjes.

Aan het begin van de les laat ik het beschouwingsmateriaal zien: foto’s van lentedieren zien en het schilderij De stier.
Het papier laat ik de kinderen uitdelen. De potloden zitten in hun eigen laatje dus die moeten ze zelf pakken. Verder deel ik ondertussen de kroontjespennen en de inktpotjes uit.
Oriëntatie
Hoe wordt de les ingeleid?
Wat zijn je vragen en antwoorden  bij het beschouwingsmateriaal?
Hoe luiden de instructies waarmee je ze aan het werk zet en wat laat je daarbij zien?
Als inleiding vertel ik een verhaal over dat ik van het weekend hele leuke dieren heb gezien: eendjes, lammetjes, bijen. Ik vertel dat het me leuk lijkt om deze te tekenen met de klas: iedereen mag een lentedier tekenen. Om inspiratie op te doen, laat ik wat plaatjes van lentedieren zien, die ik met de kinderen ga beschouwen.

Vragen bij lentedieren
Welke dieren zie je?
Kalf, eendjes, bij, vlinder, veulentje, schaapje, enz.
Hoe ziet de huid van dit dier eruit? Harig, glad, donzig, kriebelig, veren
Is de huid zacht/hard/stug? Zacht, dun, hard.
Welke vormen zijn in de vacht te zien?
vlekken, strepen, stippen, haren, pluizen.

Vragen bij De stier:
Hoe heeft de kunstenaar de vacht van de koe weergegeven? Rimpels in de nek, haarlokken op de kop, haarkruinen in de nek.
Hoe zou je dit met inkt weer kunnen geven? Met streepjes in haarrichting, vlekken op de buik/rug.

De instructie voor de les is:
- Jullie krijgen zo meteen een papier, daar ga je als eerste het lentedier op tekenen met grijs potlood. Je tekent alleen de buitenste lijnen van het dieren en de patronen op de huid (strepen, vlekken, haren). Je kleurt hem nog niet in.Ga ontdekken hoe je het best de huid kunt tekenen. Ga een beetje experimenteren.
- Als je zeker bent van je tekening, steek je je vinger op. Dan krijg je van mij een kroontjes pen en ga je over de potloodlijntjes heen de omlijning van het dier tekenen met inkt (net zoals de zwarte lijnen van een kleurplaat).  
- Dan krijg je met je vinger of de inkt droog is. Als dat zo is, gum je de potloodlijntjes uit en pak je je kleurpotloden uit je laadje. Je kleurt dan het dier in.
- Als je dat klaar hebt, zorg je ervoor dat het dier in de juiste omgeving zit. Je gaat dan ook de rest om het dier heen tekenen.

Als je inkt werkt, doe je rustig het potje open. Houd het potje recht. Dan leg je het dekseltje op z'n kop naast het potje. Je pakt je kroontjes pen en doopt deze een heel klein stukje in het potje. Dan ga je heel voorzichtig over je potloodlijntjes heen (ik doe het voor).
Uitvoering
Welke reflectievragen stel je de kinderen tijdens de begeleiding?
Waarmee verwacht je dat ze hulp nodig hebben?
Welke minimumeisen hanteer je (zie doelen) tijdens de begeleiding?
Reflectievragen:
Welk dier heb je gekozen? Welke huid heeft het dier? Hoe heb je de juiste structuur van de huid gevonden? of Welke patronen zou je op een papier kunnen uitproberen? Hoe zou je dit kunnen tekenen?

Ik verwacht dat de kinderen hulp nodig hebben bij het uitvinden hoe je de textuur van de huid/vacht van het dier precies tekent.

De minimum eisen zijn:
- Aan de vorm is het getekende dier te herkennen
- het kind kan zijn keuze voor het gekozen patroon van de huid van het dier verantwoorden
- Het kind heeft een patroon op de huid van het dier getekend dat overeenstemming is met de vacht (haren, vlekken, strepen).
Nabeschouwing
Hoe organiseer je de overgang werk nabeschouwing?
Waar laat je (welk) werk en kinderen?
Welke vragen stel je of welke kijkopdrachtjes geef je om met de kinderen te zien of de doelen zijn bereikt?
De groepshulpen van elk groepje mogen de blaadjes innemen en voorin de klas inleveren.
Ik neem de blaadjes aan van de groepshulpen.
Vervolgens laat ik een paar blaadjes zien en stel ik vragen aan de klas om te kijken of aan de minimumeisen/criteria voldaan zijn.
Of:
De kinderen laten hun blaadje op tafel liggen. Ik geef een teken dat de klas stil moet worden en naar mij moet kijken en dat ze hun blaadje bovenin op hun tafel moeten leggen. Vervolgens geef ik de opdracht dat de kinderen in tweetallen elkaars werk moeten beoordelen en opschrijven aan welke criteria de kinderen zich hebben gehouden en wat ze erg mooi vinden of minder.
Accenten of opmerkingen
Op welke manier besteed je aandacht aan de leeftijd en de verschillen tussen kinderen? Wat verwacht je op het gebied van samenwerking en zelfstandigheid?
Kinderen kunnen verschillen in hun tekenvaardigheid, wat terug te zien kan zijn in hoeverre de vorm van het dier overeenkomt met de werkelijkheid.
Het ene kind zal ook sneller werken dan het andere, waardoor de een al snel het dier heeft ingekleurd en de ander nog met inkt moet beginnen. Als oplossing heb ik de klaaropdracht dat de kinderen ook de omgeving van het dieren mogen tekenen.
Ik verwacht dat de kinderen hun eigen dier bedenken en zelfstandig experimenteren met hoe de dierenvacht het best getekend kan worden. Ik verwacht dat de kinderen, wanneer ze er niet uit komen, met elkaar overleggen en advies te vragen over welke patronen je kan bij de dierenvacht kan gebruiken.

3D- Les

Doelgroep: groep 6

Beeldende probleemstelling  
De kinderen krijgen de opdracht om het proces van een zaadje tot bloem te verbeelden in een animatie van klei. Ze maken een fotoserie waarbij ze beginnen met het zaadje van klei en de bloem eruit groeit. De beeldende probleemstelling is hoe je de verschillende groeifasen van een bloem met klei vormgeeft.

Betekenis

De opdracht gaat over ontkiemende bloemen. Dit proces komt in de lente voor, daarom past de opdracht bij het thema lente. In de lente komen allerlei verschillende bloemen zoals tulpen en krokussen uit.

Activiteiten
- Elk tweetal krijgt een klomp klei en een sokkel. Het tweetal bedenkt eerst hoe ze een groeiende bloem in acht foto’s weer willen geven.
-Vervolgens beginnen ze met het maken van een zaadje en fotograferen ze hun zaadje.
-Zo maken ze nog zeven momenten in de groei van de bloem van klei, die ze fotograferen.

Vorm
Het beeldaspect waaraan specifiek aandacht wordt besteed is vorm. De nuance die hierbij aan de orde komt is dat de kinderen een bloem moeten maken die steeds groter wordt. Het beeldend doel is dat de kinderen leren wat de vormen van een groeiende bloem zijn en hoe je deze het beste kan weergeven in fases met klei.

Materiaal
Plankje, sokkel van klei met satéprikker, klei, fototoestel per tweetal, statief, canvas achtergrond/decor. Eerst krijgen de kinderen een plankje met een sokkel. Hierop vormen ze met hun klomp klei een zaadje die ze met het fototoestel op een statief fotograferen met een canvas achtergrond. Telkens kleien ze de stengel groter en wanneer de bloem ontkiemt, gebruiken ze de satéprikkel om de stengel te verstevigen.

Beschouwen
- Filmpje van een Amarillis die ontkiemt:
Hoe ziet de bloem eruit als hij begint te groeien?
Wat groeit er dan als eerst?
Wat gebeurt er verder in de groei?
Wa
ar zitten de bloemen in verstopt voor ze ontkomen?
En hoe komen de bloemen eruit?


- Filmpje van Pingu
Voor het filmpje vertellen we dat Pingu van klei is. We bekijken en filmpje en vragen de kinderen achteraf: hoe denk je dat de makers van Pingu van een kleipoppetjes een filmpje hebben gemaakt?




Werkwijze
- Boetseren met klei
- Fotograferen

Demonstreren:
- Hoe je een nieuw stuk klei aan een ander stuk klei plakt: stevig vastmaken/aandrukken
- Hoe je een satéprikker gebruikt om de stengel te verstevigen
- Fototoestel op statief plaatsen
- Werking fototoestel

Onderzoek
De kinderen onderzoeken hoe je de verschillende onderdelen van een bloem eruit zien en hoe je die met klei vormgeeft. De kinderen zijn vrij in de keuze van hun bloem, hoe ze de fases van een bloem verdelen over de foto’s.




LESFASEN
Groep:
6
Organisatie
Wat moet er van tevoren worden klaargezet?
Welke organisatievorm hanteer je m.b.t. de groepering van de kdn?
Wanneer laat je welk beschouwingsmateriaal zien?
Hoe komen de kids aan hun materiaal en gereedschap?
Bij de hand voor welk tweetal:
- Kleiplankjes
- Sokkels van klei
- Satéprikker
- Klomp klei

Voor het beschouwen:
- youtube-filmpjes geladen.

De kinderen zitten in groepjes en werken in tweetallen.

Aan het begin van de les laat ik het beschouwingsmateriaal zien: filmpjes.
De plankjes laten we de kinderen uitdelen. De sokkels en klompen klei deel ik uit. Eén leerling van het tweetal mag een camera ophalen voorin de klas. De statieven met canvas achtergrond staan klaar achterin de klas. De kinderen mogen, wanneer zij een fase klaar hebben, zelf hun fotocamera op het statief plaatsen en hun kleiwerk in het vak voor het doek. Ze maken zelf een foto.
Oriëntatie
Hoe wordt de les ingeleid?
Wat zijn je vragen en antwoorden  bij het beschouwingsmateriaal?
Hoe luiden de instructies waarmee je ze aan het werk zet en wat laat je daarbij zien?
Als inleiding vertel ik dat ik dit weekend prachtig bloeiende bloemen heb gezien. Ik was benieuwd naar hoe een bloem groeit en zocht een youtube-filmpje erover op. Ik vond dit filmpje (ik laat filmpje zien).

Vragen bij filmpje
Hoe ziet de bloem eruit als hij begint te groeien? Er komt een stengeltje omhoog.
Wat groeit er dan als eerst? de stengel
Wat gebeurt er verder in de groei?  De stengel wordt langer
Waar zitten de bloemen in verstopt voor ze ontkomen? In een knop
En hoe komen de bloemen eruit?
Ze vallen als het ware opzij.

Vraag bij Pingu:
Hoe denk je dat de makers van Pingu van een kleipoppetjes een filmpje hebben gemaakt? Achter elkaar geplaatste foto’s.

De instructie voor de les is:
-Jullie krijgen de opdracht om een groeiende bloem in klei weer te geven, vanaf het zaadje, totdat er bloemen aan de bloem zijn. Je maakt van dit bloeiproces acht verschillende foto’s. Eerst maak je bijvoorbeeld een foto van het zaadje (ik teken het op het bord) en daarna van een sprietje (ik teken het op het bord) en zo ga je door tot je acht foto’s hebt.
- Je maakt zo tweetallen en bedenkt hoe je een groeiende bloem in acht foto’s wilt laten zien: wat komt op elke foto?
-Jullie krijgen zo meteen per tweetal een plankje en een sokkel (laat ik zien). Je maakt met klei een zaadje en je gaat met je foto toestel en plankje naar deze hoek in het lokaal (ik loop ernaartoe). Je zet je plankje in het vak voor het doek en je fototoestel in het statief en je maakt een foto.
Uitleg camera
-Zo maken je nog zeven foto’s.
- Als je bloemen aan je bloem kleit, dan kan je stengel omvallen. Daarom je je stengel dan gaan verstevigen door ‘m aan een satéprikker vast te maken. Deze satéprikker prik je in de sokkel en je stengel plak je hiertegenaan.
Uitvoering
Welke reflectievragen stel je de kinderen tijdens de begeleiding?
Waarmee verwacht je dat ze hulp nodig hebben?
Welke minimumeisen hanteer je (zie doelen) tijdens de begeleiding?
Reflectievragen:
Heb je bedacht wat je op elke foto zet? Hoeveel foto’s hebben jullie al?

Ik verwacht dat de kinderen moeite hebben om acht foto’s te maken. Misschien zijn ze na 3 foto’s al klaar.

De minimumeisen zijn:
- Er zijn 8 verschillende foto’s gemaakt
- De foto’s zijn met een achtergrond gemaakt met behulp van een statief.
- De stengel blijft staan d.m.v. de versteviging met de satéprikker
Nabeschouwing
Hoe organiseer je de overgang werk nabeschouwing?
Waar laat je (welk) werk en kinderen?
Welke vragen stel je of welke kijkopdrachtjes geef je om met de kinderen te zien of de doelen zijn bereikt?
Eén van het tweetal zet het plankje met bloem voorin de klas op een tafel. De ander raapt alle klei bij elkaar en maakt hier een klomp van. Samen nemen ze de tafel af met een doekje.
De camera’s moeten op het bureau de juf ingeleverd worden.

Ik zet de filmpje in elkaar en later kom ik erop terug. Dan bekijk ik met de kinderen de filmpjes en bespreken we of de doelen bereikt zijn:
Zijn er 8 foto’s? Is er een goede achtergrond gebruikt? Blijft de bloem staan? Vindt je het groeiproces duidelijk weergegeven?
Accenten of opmerkingen
Op welke manier besteed je aandacht aan de leeftijd en de verschillen tussen kinderen? Wat verwacht je op het gebied van samenwerking en zelfstandigheid?
Kinderen kunnen verschillen in hun kleivaardigheid, wat terug te zien kan zijn in hoeverre de vorm van de bloem overeenkomt met de werkelijkheid.
Het ene kind zal ook sneller werken dan het andere, waardoor de een al snel de bloem klaar heeft en de ander nog niet.
Ik verwacht dat de kinderen samen overleggen wat op elke foto komt, dit zelfstandig kunnen uitwerken en fotograferen. Ik verwacht dat ze eerlijk de taken verdelen.

vrijdag 13 april 2012

Drama

Voor het vak Drama zijn we gaan nadenken over een dramastuk als introductie op ons thema 'Lente' op de basischool. Eerst zijn gaan brainstormen: wat zijn onze mogelijkheden? We kwamen op de volgende ideeën:

1. Schimmenspel. We hebben twee mogelijke verhalen hierbij bedacht, die we kunnen uitspelen.
a. We spelen het verhaal van het boek 'De lange weg naar huis' van Hermann Moers uit. Hierbij maken we ook de decors van papier.
b. We spelen een verhaal over Binkie, de snelste bij van de wereld, die het liefst 'vliegend tikkertje' speelt. Er was alleen 1 probleem: alle bijtjes waren veel te druk om met hem te spelen. Daarom gaat hij langs bij alle nieuwgeboren dieren, maar geen van de dieren kan 'vliegend tikkertje' met hem spelen: ze zijn te groot, te langzaam of kunnen niet vliegen. Uiteindelijk krijgt Binkie een broertje, die al heel snel leert vliegen en met wie hij 'vliegend tikkertje' kan spelen. Alle dieren komen op bezoek.
2. Een levend schimmenspel, waarbij een van de docenten  een wapperend jurkje aan heeft en achter het doek huppelt en bloemetjes plukt op vrolijke muziek. De schaduw is voor de kinderen op het doek te zien.
3. Een poppenkast over een zwart schaapje dat wordt buiten de groep valt door zijn afwijkende vacht en daarom wordt geplaagd.
4. Een toneelstuk met verteller over een ondeugend lammetje die allemaal gekke streken uithaalt en avonturen beleefd.

Uiteindelijk vonden we het schimmenspel over Binkie het leukst, omdat we hierin de meeste soorten dieren en bloemen kunnen verwerken. Dit geeft een breed beeld geeft van het thema lente. Daarom leek dit ons een mooie introductie op het thema voor een school. Voor de verhaallijn is het duidelijker om hierbij ook een verteller in te zetten. Dus uiteindelijk hebben we gekozen voor een schimmenspel in combinatie met een verteller.

Muziek

Vijf domeinen
We hebben voor elk domein van muziek een idee bedacht aan de hand van ons thema. De doelgroep van deze opdrachten is groep 5.

Zingen
We leren eerst een lied aan. Het lied heet 'Weet je dat de lente komt', van Elly en Rikkert.
We gaan het lied aanleren met de weggeeftechniek: de kinderen zingen telkens een stukje meer mee met het lied.

Muziek luisteren
Het liedje 'Weet je dat de lente komt' gaan we beluisteren. Let tijdens het luisteren op of je het een vrolijk liedje vind of niet. Ik wil daarbij ook weten hoe je dat hoort. Denk aan het tempo, de melodie en de instrumenten.

Bewegen op muziek
De kinderen mogen vrij dansen. Ze bedenken zelf een lentedans op het liedje 'Weet je dat de lente komt'. Eerst vragen we klassikaal wie er een pasje weet dat op vrolijke muziek hoort. Daarna gaan de kinderen in groepjes zelf aan de slag. Ze ontwerpen hun eigen lentedans en presenteren deze aan de klas.

Muziek noteren & muziek maken
We laten de kinderen met hun groepje een instrument kiezen. De kinderen moeten met dit instrument een vrolijk lentegeluid maken en dit noteren (grafische notatie), met behulp streepjes, kleurtjes en stippen. Ze mogen zelf weten hoe ze dit vastleggen. We hangen de notaties op het bord. Op het bord is een weiland met bloemen en een slootje getekend. We laten de kinderen hun geluid oefenen hierbij heeft ieder kind een insturment. Daarna vertellen we een verhaal een bijtje die door het weiland vliegt. Wanneer het bijtje bij de verschilende geluiden komt, spelen de kinderen van het groepje op hun instrument hun eigen geluid.

Lesplan
Inleiding
We laten een filmpje zien, waarin allerlei dierengeluiden die voorkomen in een weiland in de lente. Dit het filmpje hiernaast. Daarbij stellen we de luistervraag: welke dieren hoor je?

Kern
Op het bord is een weiland met bloemen en een slootje getekend. In de tekening zijn vakken gemaakt ter grootte van een A4-tje.
De kinderen moeten per tafelgroepje een lentegeluid gaan maken. Het mag een imitatie van een dier zijn of een ander vrolijk geluid. De kinderen noteren dit op een A4-tje (grafische notatie), met behulp streepjes, kleurtjes en stippen. Ze mogen zelf weten hoe ze dit vastleggen. We hangen alle A4-tjes op het bord. Daarna we laten de kinderen hun genoteerde geluid oefenen, waarbij ieder kind een instrument heeft.

Afsluiting
Tot slot vertellen we een verhaal over een bijtje die door het weiland vliegt. Wanneer het bijtje bij de verschilende A4-tjes komt, spelen de kinderen van het groepje op hun instrument hun eigen geluid.

donderdag 22 maart 2012

Themawerk met wascokrijt

Tijdens de les beeldende vorming vandaag hebben we onderstaand werk gemaakt. We namen een foto van internet binnen ons thema lente en schetste deze na op papier. Vervolgens verdeelde we het papier in drie stukken. Ieder is met wascokrijt aan de slag gegaan met zijn eigen stuk. Daarnaast hebben we onze eigen draai aan het schilderij gegeven. Aangezien in de foto vrijwel alleen wit- en groentinten voorkwamen, hebben we ervoor gekozen om diet met het beeldaspect kleur te doen. We hebben de vlinder op de neus van het lammetje rood gemaakt. Hierdoor is er een kleurcontrast ontstaan tussen de vlinder en de groene omgeving. Het zijn complementaire kleuren. Hierdoor wordt het rood nog roder en het groen nog groener.

Van klassiek naar postmodern

We hebben van volgend klassiek beeld een eigen postmoderne variant van karton gemaakt.


We hebben van de griekse godin Flora een hippie gemaakt van karton. De wapperde toga hebben we omgevormd tot wijde broeken en shirtjes met wijde mouwen, waarop bloemetjes zijn afgebeeld. de actieve had van het beeld hebben naar een peace-teken omgevormd. In de rusthand hebben we de bloemen behouden. De bloemenkroon hebben we omgevormd tot bloemenhaarband.
De kleding hebben we samengesteld uit primaire en secundaire kleuren: geel, rood en blauw (primair) en orjanje (secundair). De bruine haren en huidskleur zijn tertiare kleuren. Op de foto valt op ons beeld een beetje eigenschaduw bij het hoekpunt van de twee doorsnedes. Verder hebben we de foto van kikkerperspectief genomen, is er sprake van een verticale compositie en is ons werk lichtelijk schuin van opzij gefotografeerd.

Klassieke, moderne en postmoderne kunstwerken

Klassieke kunstwerken
Titel: Spring love
Kunstenaar: Hans Zatzka  
Jaartal: circa 1885

Wat zie je? Je ziet een jonge vrouw, met cupido op haar rug, die haar knuffelt en achter haar staat nog een engeltje die aan een touw trekt waardoor de klok gaat luiden. Ook zie je op de achtergrond twee kussende duiven. Verder heeft de vrouw een mandje met bloemen vast en staan er om haar heen allemaal bloeiende bloemen.

Wat is de betekenis van het beeld? Cupido is de zoon van de godin van de liefde, Venus. De liefde staat centraal, omdat cupido de vrouw omhelst geeft dat aan dat ze verliefd is. Ook de kussende duiven symboliseren de liefde. En daarnaast wordt de lente uitgebeeld door de bloeiende bloemen. De liefde en de lente die in dit schilderij naar voren komen ondersteunen elkaar en laat zien dat de lente het seizoen is van de liefde.

Hoe is het gemaakt? Olieverf op doek

Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Duiven en cupido symboliseren de liefde. Er is veel ruimte voor versiering van vooral bloemen, dit maakt het schilderij figuratief. Het schilderij lijkt een verhaal te vertellen over een jonge verliefde vrouw.

Wat is je mening over het kunstwerk? Ik vind het een erg mooi en vrolijk kunstwerk, het is realistisch wat me erg aanspreek. Daarnaast zijn er heldere kleuren gebruikt en de lente wordt mooi uitgebeeld door de bloeiende bloemen.

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten? Het is een tweedimensionaal schilderij. In de kleding van de jonge vrouw op de voorgrond sprake van kleurcontrast van complementaire kleuren: oranje en blauw. Dit is gelijk een warm-koud contrast in kleuren. Er is veel gebruik gemaakt van pastelkleuren. De vrouw is plastisch weergegeven, ze lijkt ruimtelijk te zijn. Dit komt door de eigen schaduw op de armen en op het gezicht van de vrouw. Het lijkt een dynamisch schilderij, doordat er beweging gesuggereerd wordt. Er is vormcontrast in de ronde vormen van de vrouw en de hoekige stenen muur. De vrouw en cupido zijn in verticale compositie afgebeeld, waardoor de vrouw slank lijkt. Daarnaast is er afsnijding van de muur en van het gebouw met de klok.

Vragen en antwoorden
Wat is er afgebeeld? (associatief)
Een jonge vrouw en een engeltje op haar rug in een omgeving met bloemen met een engeltje op de achtergrond die een bel luidt.
Zijn de personen op het schilderij realistisch afgebeeld? (mimetisch)
Ja
Hoe komt dat? (mimetisch)
Door de schaduw, de verhoudingen, de kleding ziet er uit als echte stof.
Wat zie je boven het engeltje op de achtergrond in de struiken? (mimetisch)
Twee kussende duiven
Welke emotie heeft de vrouw op de voorgrond? (expressief)
Verliefdheid

Waaraan zie je dat? (expressief/formeel)
De knuffelde engel, rode wangetjes, een dromerige blik en een geheimzinnige glimlach en de kussende duiven op de achtergrond.

________________________________________________

Titel: Flora
Kunstenaar: onbekend
Jaartal: 1739

Wat zie je?Je ziet een vrouw met een toga aan en een kroon op haar hoofd. In haar linkerhand heeft ze een bosje bloemen. Haar rechterarm is lichtelijk gebogen, met haar vingers omhoog gekruld. Ze heeft een contra-posto houding: met een rustbeen en een stabeen.Wat is de betekenis van het beeld? Dit is de godin van de lente en de bloemen, ze heet Flora. De Romeinen aanbeden haar als godin die zorgde voor de lente en dat de bloemen gingen bloemen, vandaar het bosje bloemen in haar hand.

Hoe is het gemaakt? Het is een beeld van marmer, door het uithakken van een blok marmer.

Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Het is symbolisch: het bosje bloemen staat symbool voor de bloei in de lente. Zulke beelden van goden en godinnen werden in de Romeinse tijd in de tempel vereerd. De toga en sandalen zijn kledingstukken uit de Romeinse tijd. Ook is het beeld afgebeeld in een grote duidelijke gebaar, theatrale houding. Hierdoor straalt ze macht uit.

Wat is je mening over het kunstwerk? Ik vind het een natuurgetrouw beeld, doordat de stof van de toga zacht lijkt, terwijl het beeld hard is. Ook kloppen de verhoudingen en straalt het beeld rust en macht uit. Dit spreekt mij aan. Jammer dat er niet veel versieringen op het beeld zitten.

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten?
Het is een plastisch, driedimensionaal beeld. Door de plooival op de toga is er eigen schaduw op het beeld. Het is een statisch beeld, door de vertical ordening. Er is vormcontrast in de plooien van de stof van de toga en de huid van de godin. Het beeld wordt door de toeschouwer bekeken vanuit kikkerperspectief. Dit maakt dat het beeld macht uitstraalt. De textuur van het beeld is glad.

Vragen en antwoorden
Wat is er afgebeeld? (associatief)
Een vrouw in een toga.
Wat heeft ze in haar linkerhand? (mimetisch)
Een bosje bloemen
Ziet de stof van de toga er zacht uit? (mimetisch)
Ja
Hoe komt dat? (mimetisch)
Door de realistische plooien
Wat straalt haar houding uit? (expressief)
Macht
Waaraan zie je dat?
(expressief)
Door haar rustige en statige houding, haar rechterhand in toespraakvorm, en haar opgeheven hoofd.
Dit beeld stond in de Romeinse tijd in de tempel. Waarvoor zou dit beeld dienen? (formeel)
Als godin (lente, bloemen) om te vereren.
Ondersteunen de kenmerken van het beeld de functie? (formeel)
Door de houding en uitstraling van macht en de grote.
___________________________________________

Moderne kunstwerken
 
Titel: Amandelbloesem
Kunstenaar: Vincent van Gogh
Jaartal: 1890

Wat zie je? Je ziet groene takken met witte bloesem tegen een helder blauwe lucht.

Wat is de betekenis van het beeld? Vincent van Gogh heeft dit schilderij geschilderd na de geboorte van een neefje in januari 1980. Theo, de broer van Vincent van Gogh, kreeg een zoon en vernoemde die naar zijn broer Vincent. Vincent schilderde als cadeau een schilderij bedoeld voor boven het bed van zijn broer en diens vrouw. Als symbool voor het jonge leven schilderde Vincent takken van ene amandelboom. De amandelboom is één van de vroegst bloeiende bomen die in het zonnige zuiden in februari de lente aankondigt.

Hoe is het gemaakt? Olieverf op doek

Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Het idee van de maker is belangrijk, omdat hij het idee van het jonge leven wil vastleggen op het doek. Het schilderij is ideologisch, vanwege het jonge leven dat perfect en volmaakt in witte bloesem wordt afgebeeld.

Wat is je mening over het kunstwerk? De bloesem springt uit het schilderij door de helder blauwe achtergrond. Het schilderij straalt rust uit, door weinig kleurcontrast. Dit vind ik mooi.

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten?Af en toe is er sprake van dikke lijnvoering, zie de takken op de voorgrond. Door de arcering op de takken oogt de boom ruimtelijk. Er is sprake van afsnijding en overlapping van de takken. De achtergrond is een primaire kleur en de kleur van de takken is secundair. De donkere achtergrond vormt een kleurcontrast met de lichte, witte bloesem. Het schilderij heeft een koude uitstraling door de blauwe en groene kleuren. Het wit van de bloesem is een symbolische kleur wat voor zuiverheid staat.

Vragen en antwoorden
Wat zie je? (associatief)
Groene takken met bloesem en een blauwe lucht
Waardoor lijken de takken rond? (mimetisch)
Door de arcering
Welk gevoelens roept het schilderij op? (expressief)
Rust, liefelijkheid en koelte
Hoe komt het dat juist die gevoelen bij jouw opgeroepen worden? (expressief)
Door het kleurgebruik: koele kleuren en witte bloesem, en weinig kleurcontrast.
Wat wil de schilder met dit schilderij tot uiting brengen?
Het jonge leven, schoonheid van de bloesem, lente
_____________________________________

Titel: Uil (La petite chouette)
Kunstenaar: Pablo Picasso
Jaartal: 1953

Wat zie je? Je ziet een uil met witte vlekken op zich, die opzij kijkt. De uil heeft een snavel, ogen een vleugel  en twee poten.

Wat is de betekenis van het beeld? De waakzaamheid van de uil waarmee hij de wereld tegemoet treed wordt in het beeld uitgebeeld. Dit heeft te maken met de lente, omdat jonge uiltjes dan uit het ei komen en waakzaam de wereld tegemoet treden. Hij kijkt namelijk waakzaam met grote ogen en het lijkt alsof hij de omgeving voortdurend in de gaten houdt.

Hoe is het gemaakt? Het beeld is van aardewerken bakje, gips en een ijzeren frame.

Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Het beeld is expressief, doordat de schilder expressief te werk is gegaan met verf. De uil heeft een waakzame expressie. Daarnaast is de kunstenaar experimenteel te werk gegaan, dit is te zien aan het veelvuldig gebruik van alledaagse materialen.

Wat is je mening over het kunstwerk? De expressie van de ogen is mooi afgebeeld. Het onderwerp van het beeld spreekt mij niet aan. Verder is er geen kleurgebruik en is de textuur erg grof, wat een kinderlijke uitstraling heeft.

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten? Er is gebruikgemaakt van dikke klodders verf. Er is een groot kleurcontrast tussen de vlekken en de ondergrond van de uil: licht-donker contrast. Het is een drie-dimensioneel beeld. Het is een statisch beeld, de kop lijkt echter te bewegen. Er is een vormcontrast tussen de sokkel en de uil zelf. Er is een diagonale compositie. Bovendien is er op de poot en de kop eigen schaduw te ontdekken.

Vragen en antwoorden
Wat zie je? (associatief)
Een uil met witte vlekken
Ziet de uil er echt uit? (mimetisch)

Nee
Hoe komt dat? (mimetisch)
Door de grove textuur lijken het geen veren en het lijkt erop alsof de ogen er later opgeplakt zijn. Daarnaast heeft de uil geen klauwen.
Kan je aan de hand van de materialen zien of de kunstenaar aan het experimenteren is? (formeel)
Ja, want hij gebruikt alledaagse materialen.

Wat is de expressie van de uil? (expressief)
De expressie van de uil is waakzaamheid.
Van welk materiaal is het kunstwerk gemaakt? (mimetisch)
Van een aardewerkenbakje, gips en een ijzeren frame.
___________________________________________

Postmoderne kunstwerken
Titel: Now
Kunstenaar: Marijke van Warmerdam
Jaartal: 2002
Wat zie je? Ik zie een boom met roze bloesem. Iemand daarachter houdt een witte doek omhoog. Het is een foto.

Wat is de betekenis van het beeld? Het doel van Marijke was om de aandacht te richten op de simpele schoonheid van alledaagse dingen, in dit geval de bloesem. Ze probeert bij de toeschouwer een andere manier van kijken en ervaren te stimuleren.

Hoe is het gemaakt? Foto
Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Marijke gebruikt alledaagse onderwerpen, die het een onverwachte invalshoek geeft. Ze zet het onderwerp zo neer, dat het een andere manier van kijken en ervaren opleveren. De toeschouwer speelt hierbij dus een grote rol. De toeschouwer is vrij om een eigen interpretatie aan het beeld te geven.

Wat is je mening over het kunstwerk? Ik vind het een mooi kunstwerk, omdat het de schoonheid van de alledaagse dingen laat zien. Door het witte doek, valt de bloesem ineens op. Het zet me aan het denken: had ik het ook gezien zonder dat doek?

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten? Ik zie een groot lichtdonker-contrast in de foto: schaduw-bloesem, schaduw-doek en takken-bloesem. Ik zie eigen schaduw op de boom. De kleuren die in het schilderij voorkomen zijn pasteltinten. Er is een centraal perspectief gebruikt. Er is overlapping doordat de vrouw achter het doek wegvalt. En er is afsnijding van de vrouw (benen) en van de takken van de boom.

Vragen en antwoorden
Wat zie je?  (associatief)
Bloesem, iemand achter een doek, een doek, auto op de achtergrond, bosje.
Hoe is het gemaakt? (mimetisch)
het is een foto
Ziet het er echt uit? (mimetisch)
Ja, want het is een foto
Waarom valt de bloesem zo op? (formeel)
Licht-donker contrast
Wat zal de kunstenaar met dit kleurcontrast willen uitdrukken?  (formeel)
kunstenaar wil de schoonheid van de bloesem laten opvallen
_______________________________

Titel: Tulips
Kunstenaar: Jeff Koons
Jaartal: 2008

Wat zie je? Je ziet zes enorme metalen tulpen die tegen elkaar aan liggen. De tulpen hebben verschillende kleuren en glimmen.

Wat is de betekenis van het beeld? Jeff Koons zegt dat zijn beelden geen betekenis hebben, maar ik denk dat hij wil spotten met wat kunst is. Kritiek op zijn werk is de kitscherige uitstraling.

Hoe is het gemaakt? Het is gemaakt van chroom.
Wat zijn de tijdskenmerken (stijl)? Omdat Jeff Koons geen betekenis aan dit beeld geeft, is de interpretatie van dit beeld open voor de toeschouwer. Bovendien heeft het een kitscherig uiterlijk, wat kenmerken van de barok laat zien, terwijl de voorstelling iets alledaags is (mengeling van stijlen). Daarnaast bevat het beeld misschien een vleugje ironie: wat is mooi, wat is kunst?

Wat is je mening over het kunstwerk? Ik vind het een apart beeld. Ik vind het leuk dat het beeld me aan het denken zet. Als je naar het beeld kijkt zie je jezelf in de weerspiegeling. Bovendien vind ik het leuk dat het oog bedrogen wordt: de tulpen zien er heel licht van gewicht uit, terwijl het van zwaar materiaal is gemaakt.

Kun je het beeld beschrijven aan de hand van beeldaspecten? Het is een driedimensionaal beeld van tulpen. De tulpen hebben verschillende kleuren, zowel primaire, secundaire als tertiaire kleuren. In het materiaal reflecteert de omgeving. De tulpen zien eruit als grote opgeblazen en geknoopte ballonnen. Het gevoel van gewichtsloosheid dat hiervan uitgaat contrasteert met het materiaal. De textuur is glad. Op de tulpen bevindt zich eigenschaduw. Het is een statisch beeld. Het beeld heeft een diagonale compositie.

Vragen en antwoorden
Wat heeft de kunstenaar afgebeeld?  (associatief)
Bloemen
: tulpen
Is het beeld realistisch? Kijk naar kleur, formaat, vorm en schikking van de tulpen. (mimetisch)
Het beeld is niet realistisch in kleur, formaat en vorm, maar wel in de schikking van de tulpen.
Is het beeld van zwaar materiaal gemaakt? (mimetisch)
Ja, van metaal
Ziet het beeld er zwaar uit? (expressief)
Nee, het lijkt hol en licht.